Na een hobbelige zwangerschap was ik helemaal klaar om mama te worden. De kleine babygirl was uitgerekend op zaterdag 3 juli en ik was ervan overtuigd dat ik eerder zou bevallen, toch liet ze zelfs tot na die uitgerekende datum op zich wachten.
Al weken voor die bewuste derde juli had ik elke dag wel een momentje dat ik dacht: ‘Ja, het kan nu voor elk moment zijn’. Eerlijk gezegd zou ik het op dat moment ook helemaal niet erg gevonden hebben om vroeger te bevallen, want die laatste weken zijn echt horror!
Maar goed, 3 juli brak aan en daar zaten we dan… Een beetje rond te kijken en te wachten tot er iets zou gebeuren. Lang dacht ik dat het zoals in de films zou gebeuren. Dat mijn water op een spectaculaire manier op een speciale plaats zou breken en ik in de auto ging bevallen. Of iets in die aard… Op een goed verhaal voor later hoopte ik dus eigenlijk.
Toen die bewuste zaterdag vrienden belden met de boodschap dat ze nog twee tickets hadden voor Arsenal op Parklife die avond, moesten we dan ook niet nadenken om overstag te gaan. Mijn plan was meteen zonneklaar, ik zou m’n vliezen wel ‘losdansen’ op de beats van Arsenal en daar ter plekke bevallen. Er zouden superveel EHBO-mensen aanwezig zijn, het was een megagoed verhaal én onze dochter zou heel haar leven lang gratis tickets krijgen voor alle Werchter concerten.
Zo ging het in mijn hoofd althans. Helaas, ik danste alsof mijn leven er vanaf hing. Ik sprong, zwierde met mijn heupen, zwaaide, draaide en graaide,… Het mocht niet baten want die avond kroop ik met een even dikke buik in bed als hoe ik die ochtend was opgestaan.
De dag erna, op zondag 4 juli, moesten we naar het ziekenhuis voor een eerste monitorcheck. Een uurtje aan de monitor liggen zou duidelijk maken dat our little diva eraan zat te komen, toch?
Maar ook toen, helaas,… Na een uurtje werden we weer naar huis gestuurd met de woorden: ‘Het zal niet voor vandaag zijn, jongens.’ Fashionably late zeggen ze dan. Eigenlijk had ik het toen al kunnen weten dat het een patat ging worden.
Gunther ging op maandag gewoon weer werken, want veel schot leek er niet in de zaak te komen. Die dag leek een week te duren en bij elk krampje of stampje dacht ik: ‘Ja, het is zover, ik moet naar Gunther bellen’. Niet dus.
Dinsdag 6 juli werden we om 9u in het ziekenhuis verwacht voor nog een monitorsessie. 6 juli, de dag dat mijn oudste zus jarig is.
6 juli 2021, exact 35 jaar eerder lag mijn mama in hetzelfde ziekenhuis te bevallen van haar eerste dochter. Het zou moeten lukken dat net die dag ook ik mama zou worden van mijn eerste dochter. Te mooi om waar te zijn, toch? Want eerlijk, het gevoel bleef hetzelfde: ik had geen weeën en mijn buik zat niet zoveel lager dan een week ervoor. Zonder hoge verwachtingen werd ik weer voor een uur aan de monitor gelegd.
Mijn vaste gynaecologe was ook aanwezig en kwam zelf even checken en voelen. 4 cm ontsluiting en wat licht beginnende weeën waren te zien op de monitor. Ja, this must be it!
Mja, niet dus. Blijkbaar kon het zelfs nu nog wel even duren. Lynn Supergynaecologe stelde voor om me te ‘strippen’ daar waar de vruchtvliezen worden losgemaakt van de baarmoederwand, want dat zou helpen om de bevalling op gang te krijgen. Daarna konden we best nog een uurtje of twee gaan wandelen en als we dan terugkeerden naar het ziekenhuis, zou ik nog eens aan de monitor gelegd worden om te kijken of er al wat schot in de zaak gekomen was.
We reden dan maar richting Mechelen, kuierden kinderloos rond, gingen een croque monsieur eten (allemaal zo onwezenlijk als ik er nu aan terugdenk) en twee uur en half later lag ik alweer aan de monitor.
Een uurtje later kregen we nog maar eens een vroedvrouw over de vloer die zei: ‘Ja, er is iets aan het gebeuren. Je hebt twee opties: of je gaat naar huis en komt straks of in het slechtste geval morgen terug OF je blijft hier en als je te lang op 4 cm blijft hangen, breken we over een uurtje of twee je vliezen.’
Gepakt en gezakt, helemaal klaar om een kind te krijgen was ik die ochtend thuis vertrokken, dus neen, heel veel zin om weer naar huis te rijden had ik niet. We (of eerder ik want een hoogzwangere vrouw spreek je niet tegen) kozen uiteraard dan ook voor de tweede optie.
Op het gemak ging Gunther thuis nog de laatste spullen halen. Het leek wel een volksverhuis want ik had echt heel veel spullen ingepakt. Terwijl hij overhuis reed, installeerde ik me in de verloskamer. En toen begon het wachten pas echt.
Geloof het of niet: ik was mega chill. Op mijn dooie gemak was ik nog wat in de kamer aan het paraderen, een dinosauruskoek of 3 naar binnen aan het werken, ik nam een badje, we keken The Wolf of Wall Street… alsof het niks was. In de late namiddag kwam mijn gynaecologe binnen en vroeg: ‘Ben je zeker dat je een epidurale wil? Je kan nog lachen en ziet er ontspannen uit’. Mijn antwoord zal ik nooit vergeten: ‘Ja ja, bel die anesthesist maar al, want ik kan het me al voorstellen! Als mijn vliezen worden gebroken, breekt de hel op aarde hier los.’
Om 18u 30 was die hel op aarde niet ver weg meer. Omdat ik al een paar uur op 5 cm bleef steken, kwamen de vroedvrouw daadwerkelijk mijn vliezen breken. Nog voor ze dat deden, vroeg ik nog: ‘Jullie hebben de anesthesist toch gebeld, hé?’ De vroedvrouw knikte bevestigend, en zei: ‘Hij is nog even bezig met een keizersnede, maar zal hier wel snel zijn.’
Dat laatste bleek minder waar. Alles waar andere moeders me bang voor hadden gemaakt, was dan weer wél waar. De pijn die ik na het breken van de vliezen ervaarde, kan ik tot op de dag van vandaag niet anders dan omschrijven alsof het leek dat mijn organen uit mijn lijf gerukt werden. Ik was diegene die op voorhand zei: ‘Zo van die bevallende vrouwen die roepen, dat is toch mega belachelijk?’ In mijn hoofd heb ik op dat moment heel het ziekenhuis bij elkaar gebruld, maar Gunther zegt dat het eigenlijk nogal meeviel. Ik smeekte om de anesthesist nog maar eens te bellen, zei herhaaldelijk: ‘iK KAN DiT NiET!’ & wisselde continu van houding om de niet-aflatende weeën toch maar proberen op te vangen. Plots was ik alles vergeten wat ik in die veel te dure zwangerschapscursus geleerd had. Het probleem was vooral: het was meteen een heuse weeënstorm. Tijdens heel dit moment kon ik geen twee minuten ademhalen want de weeën volgden elkaar zo snel op dat het gewoon één mega grote wee werd die niet wegging of afzwakte. Oh boy, that was bad.
Een uur en half duurde het (EEN UUR EN HALF!!) voor de anesthesist de verloskamer inkwam. Ondertussen was het dus 20u geworden. Op een rustige toon maakte hij nog een klein mopje en legde hij uit wat er ging gebeuren: ‘Je hebt het lastig heb ik van horen zeggen. Je mag je voorover buigen en doodstil blijven zitten’. WAT? Hoe dan? Ik wist niet waar kruipen van de pijn en hij ging me even vertellen dat ik stil moest blijven zitten? Hoe ik het gedaan heb weet ik niet, maar ik weet wel dat ik smeekte om me een paardenmiddel te geven want ik was echt helemaal op van de pijn. Dat deed hij. En achteraf gezien was dat niet de beste beslissing.
Op het moment dat hij de naald in mijn rug stak, zei ik tegen de vroedvrouw dat ik een ongelofelijke druk onderaan had, dat het voelde alsof ik moest persen. Waarop de vroedvrouw zei dat het op dat moment niet kon gezien de epidurale net gestoken was. We moesten met andere woorden nog even wachten. Heel die tijd werd de baby goed opgevolgd en gemonitord en zij vond het allemaal prima!
Fine by me, want na een kwartiertje begon die ruggenprik zijn werk te doen. Heerlijk. Alsof er geen vuiltje aan de lucht was. Alsof ik net geen uur en half in de hel gezeten had. Ik deed zowaar zelfs nog een dutje!
Tot om 21u30 de gynaecoloog, stagiaire en vroedvrouw de kamer binnen kwamen en zeiden: ‘Mevrouw, het is zover, je moet beginnen persen! Leg je benen maar in de beugels.’
Wat er daarna volgde was een scene uit een slechte slapstick movie. De anesthesist had goed naar mij geluisterd en had effectief een paardenmiddel ingespoten. Het gevolg daarvan was dat ik helemaal niets meer voelde, maar dan ook echt helemaal niks. Vanaf mijn ribben had ik 0 controle over mijn lijf. Mijn benen in de beugels leggen, zat er dus niet in. Dat werd de taak van mijn lief, die daar niet meteen in slaagde en mijn benen liet openvallen als die van een moddervette kikker met grote hilariteit tot gevolg – bij hem, niet bij mij. Maar dat was natuurljk nog maar het begin. Toen de vroedvrouw me vroeg: ‘Voel je deze wee?’, moest ik concluderen dat ik ook dat niet voelde. Niks ervan. Zelfs geen krampje, drukje, zuchtje. Niks. Ik voelde he-le-maal niks. De vroedvrouw moest me dus vertellen, door aan mijn buik te voelen, wanneer ik een wee had en wanneer het tijd was om te persen. Na een tijdje kwam mijn vaste gynaecologe weer binnen. Ze had de vroedvrouw gevraagd haar op te bellen als ik moest beginnen persen. Je kan je niet voorstellen hoe dankbaar ik ben dat ze nog terug naar het ziekenhuis gekomen is.
Persen. Dat lijkt allemaal heel logisch, toch? Je duwt, alsof je ‘naar het grote toilet moet’ en er komt iets uit. Niet dus. Omdat ik niks voelde, had ik ook geen enkel idee hoe ik moest persen. De enige tip die de gynaecoloog en vroedvrouw me konden meegeven was: ‘Denk aan het grote toilet, dan gaat het vanzelf.’ En dat deed ik dan, en dat lukte een heel klein beetje.
Want na een uur, was ik nog altijd aan het persen. En veel aan het babbelen, want ik voelde toch niks. De gynaecoloog zei me, dat als ik over een kwartier nog niet bevallen was, ze de zuignap zouden moesten nemen om het kindje ter wereld te brengen en dat wou ik koste was kost vermijden. Dat had de vroedvrouw duidelijk gezien in mijn blik want zij stelde voor om ‘een beetje’ mee te duwen. De volgende wee kwam eraan, ze zette zich schap, en daar ging ze, met haar volle gewicht bovenop mijn buik, de baby naar onderen duwend. Gunther trok wit weg en vroeg wel 3x: Gaat het? Als ze ermee moeten stoppen, moet je het zeggen hoor.
Het zag er dus nogal angstaanjagend uit. Maar ik voelde nog steeds niks, dus ik was blij dat er wat extra hulp was.
En of dat geholpen heeft. Om 22u43, was ze er, op de tonen van ‘Power Of Love’ van Andrea Bocelli (kan het nog mooier?). Exact 35 jaar na dat mama bevallen was in hetzelfde ziekenhuis van haar eerste dochter, deed ik dat ook.
‘Neem ze maar’, en van tussen mijn benen nam ik een ietwat blauw aangelopen, slijmerig wezentje in de armen en ik voelde het meteen: Als hier ooit iemand met zijn fikken aankomt, die maak ik kapot.
40 weken en 3 dagen had ze in mijn buik gezeten en nu had ik haar eindelijk in mijn armen: kleine Aren Van Hoogten, het mooiste baby’tje dat ik ooit in mijn leven zag. Helemaal klaar om ieders hart te veroveren. En wauw, wat klopt het cliché: dat was het mooiste moment van mijn leven. Wat was ik klaar voor de rest van ons leven.
Ik zou hier kunnen eindigen. Gewoon, omdat dat een mooi einde zou zijn. Maar ik wil ook gewoon heel eerlijk zijn in deze blog, dus ik eindig met deze uitsmijter: Bevallen is niet mooi. Of toch niet proper. Waarom heeft iedereen me vertelt over hoeveel pijn het doet en hoe mooi het moment is als je je baby in je handen hebt, maar niet alles wat ertussen gebeurt? Om te beginnen lig je daar al uren te puffen, dus het kan niet anders dan dat er een ongelofelijke zweetgeur in die kamer hangt. Dan komen er ook allerlei sappen uit je lijf die daar al meer dan 9 maanden in vast zitten. Of het vergelijkbaar is of niet weet ik niet meer, maar ik heb ooit een hond en kat mee helpen bevallen en die geur was echt niet aangenaam. (En voila, op dit moment fronst de helft van de mensen die dit lezen zijn wenkbrauwen: ‘Heeft die nu net haar bevalling vergeleken met die van een huisdier?’ Dat is zeker dat!) Achteraf ligt je baby-vol-slijm en bloed op je bezwete lijf terwijl de gynaecologe en vroedvrouw ‘down there’ nog allerlei dingen ‘aan het opkuisen zijn. Tijdens de bevalling sta je er natuurlijk niet bij stil, maar achteraf vond mijn lief het heel fijn om te vertellen dat dat ‘duwen alsof je een grote boodschap moet doen’, toch niet zo ‘doen alsof’ was. Ondertussen had de baby mij ook helemaal ondergekakt en leek het alsof er een driedubbele moord gebeurd was in de kamer. Zo veel bloed!
Bevallen is niet mooi, maar je krijgt er wel iets moois voor in de plaats.
Er volgt nog een kort deeltje 4 en dan ga ik me volledig laten gaan: alles wat in me opkomt over het moederschap, zal je op deze blog terugvinden.