Enkele weken geleden nam ik een besluit – na lang nadenken-. Ik zette een tekst online van wat ik graag mijn ‘donkere periode‘ noem. Op dit bericht kreeg ik ongelofelijk veel reacties. Veel meer dan ik ooit had kunnen denken. Het viel me op dat er er heel wat mensen, en vooral veel mensen van mijn generatie, met hetzelfde probleem kampten. Of ze kenden iemand die ook een moeilijk periode hadden of ze vochten er zelf tegen. Ergens was dit voor mij ook een geruststelling. Ik had altijd het gevoel dat ik ‘anders’ was en nu bleek dat ik zeker niet de enige was die in een depressie had gezeten.
Ik dacht: ‘Genoeg gezwegen, het is tijd om te praten.’
Depressie
Ik vind dat ook zo een vreselijk woord. Het klinkt zo zwart. Maar het kind moet een naam hebben zeker. Ik noem het liever een enorme levensles. Want dat was het ook.
Mijn ‘levensles’ begon enkele jaren geleden. Ik werd ontslagen bij MNM, waar ik altijd met hart en ziel gewerkt had. Ik had een beetje een ‘hero to zero’ gevoel. Ik werd van mijn gouden voetstuk afgehaald en op een grote hoop stront gegooid alsof ik nooit iets geweest was. Er was geen communicatie naar de buitenwereld toe. Het was alsof ik gewoon, plots, in het niets verdwenen was. Mijn werk was mijn leven en plots viel dat allemaal weg. Ik klampte me vast aan alle mensen in mijn omgeving, maar niet iedereen nam dat in evenveel dank af. Toen enkele maanden later mijn relatie nog eens op de klippen liep, ben ik gecrasht. Ik had het gevoel dat niemand me begreep, dat mijn leven vanaf het moment van mijn ontslag in een neerwaartse spiraal was beland en dat die alleen nog maar ging zakken. De eerste maanden kwam ik mijn bed niet uit, ik viel 14 kilogram af en had geen zin. In niks. Mijn vrienden stonden aan mijn deur en ik weigerde te openen. Mijn mama (heldin) kwam elke dag een potje eten aan de deur zetten en de dag erna stond het er nog. Ik wou alleen maar praten met de mensen die me ‘dat kwaad’ hadden aangedaan. Ik wou antwoorden. Maar vooral wou ik dat ik op dat moment een jaar kon terugdraaien toen alles nog goed was in mijn ogen.
Door een groot tekort aan slaap en de nodige vitaminen werd ik verplicht door mijn familie om professionele hulp te gaan zoeken. Ik weigerde. En ben blijven weigeren tot mijn mama me zowat in de auto heeft gesleurd. Ik kwam bij de psycholoog -ook dat klinkt zo ‘negatief’- en mijn verhaal kwam er in één adem uit. Stiekem deed dat enorm veel deugd. Maar ik was op dat moment nog niet klaar om dat toe te geven. Naar de psycholoog gaan heeft zo een negatieve bijklank. En dat is iets wat onze maatschappij er van gemaakt heeft. Als je naar de psycholoog gaat ben je ziek of zwak. Terwijl ik het nu bekijk als een sterkte.
Na enkele sessies was de ‘diagnose’ zo klaar als een klontje: ‘Nasrien, jij zit in een depressie’. Wat? Ik? De spring in het veld? Haantje de voorste? Miss toppunt van vrolijkheid? No f*cking way! Ik heb er dan ook wel enkele maanden over gedaan om uiteindelijk toe te geven dat ik met een depressie kampte. En dat is dan ook een beetje mijn redding geweest.
Willen vergeten
Toen ik uiteindelijk wel de stap zette op na drie maanden mijn deur uit te gaan ben ik ook een tijdje niet meer teruggekeerd naar huis. Plots voelde ik me daar gevangen. Ik wilde niet meer naar de plek waar ik me zo ongelofelijk had laten gaan. Waar ik uren aan een stuk voor me uit lag te staren en waar ik geen toekomstplannen meer had. En daarom ging ik weg. Ik ging uit, ik dronk te veel, ging met de verkeerde mensen om, stootte mensen van me af, trok andere veel te dicht bij. Ik maakte duidelijk de foute keuzes. Ik kwetste mensen omdat het me niet kon schelen. Niks kon me nog schelen. Ik dacht alleen aan mezelf. En daar heb ik spijt van. Enorm veel spijt. Maar ook dat is een les geweest.
Vrienden
Het is een cliché, maar eentje die echt wel klopt. Ik ben in die periode enorm veel vrienden kwijtgespeeld. En als ik één ding heel duidelijk wil stellen: ik neem hen dat absoluut niet kwalijk. Uit een studie komt dat onze generatie hun emoties niet willen tonen en daar ook moeilijk mee om kunnen. Om het zichzelf gemakkelijk te maken, mijden ze daarom mensen die wel hun emoties tonen.
Gek genoeg stond ik ook ooit in hun situatie, voor ikzelf in mijn depressie belandde. Iemand in mijn naaste omgeving kampte met een depressie en ik heb een jaar niet met die persoon willen praten. Want die persoon had niet het ‘recht’ om ongelukkig te zijn. Een goede job, goede vrienden, een dak boven je hoofd en goede familie is duidelijk niet -en dat zie ik nu- dé formule om gelukkig te zijn. Als ik de tijd kon terugdraaien zou ik elke dag aan de zijde van die persoon gestaan hebben, maar jammer genoeg kan dat niet.
Ik neem echt niemand iets kwalijk, ik heb geen haatgevoelens of wroeging. Ik hoop gewoon dat ze nooit dezelfde miserie moeten meemaken. En dat hoop ik oprecht, want dat wens ik niemand toe.
Ben ik ziek?
Elke week ging ik naar de psycholoog. Soms wel twee keer per week. Ik had het nodig. Het ging ook telkens een paar dagen goed met mij als ik daar langs was geweest. Op dat moment zat ik met weinig werk, dus het was niet evident om telkens 50 euro neer te leggen om een uurtje te gaan praten met iemand. Ik blijf het dan ook schandalig vinden dat psychologen niet worden terugbetaald. De drempel blijft daarom heel hoog liggen en de taboe blijft prominent aanwezig. Als het allemaal net iets goedkoper zou zijn, zouden veel meer mensen de neiging hebben om een keer met iemand te gaan praten. En dat zou ik ook aan iedereen willen aanraden. Als is het maar één keertje. Dan kan je zelf nog beslissen of het iets voor jou is of niet.
Omdat ik het zo nodig vond, bleef ik gaan. Het geld maakte me niet uit. Ik moest en zou geholpen worden. Ik heb meteen gevraagd om persoonlijkheidstesten te laten doen. Iemand ‘beschuldigde’ me er ooit van dat ik Borderline had en dat verzwegen had voor hem. Ik was toen zo van mijn sokken geblazen en nog onzekerder dan ervoor. Niet dat Borderline zo vreselijk is, maar ik kon het niet verkroppen dat iemand me misschien een diagnose had gegeven zonder dat ik er weet van had dat ik er mee kampte. Na maanden van testen en interviews bleek dat ik geen Borderline had maar dat ik soms gewoon wat moeilijkheden had om mijn emoties in toom te houden. Achteraf gezien was het ook helemaal niet zo erg geweest om de diagnose ‘Borderline’ te krijgen. Wat is er mis met mensen die iets meer rechtuit zijn dan anderen? Ach, zoals ik al zei: het kind moet een naam hebben, hé.
De weg naar boven
Nooit had ik gedacht dat ik uit mijn put zou geraken. Ik was er rotsvast van overtuigd dat ik nooit meer gelukkig zou worden, dat ik mezelf elke dag in slaap zou blijven huilen en dat ik nooit meer verliefd zou worden. Laat staan de liefde van mijn leven zou tegenkomen.
Maar dankzij mijn vrienden die elke dag aan mijn zijde bleven staan, mijn familie die er dag en nacht was en die bleven inpraten op mij, mijn fantastische wederhelft Dries, die me alleen maar de positieve kant van het leven heeft doen inzien, maar ook dankzij de wildvreemden die exact zeiden wat ik op dat moment moest horen, heb ik een klik gemaakt. Ik moest en zou hieruit geraken. Het heeft me enorm veel tijd en enorm veel moeite gekost, maar kijk, hier sta ik, en ik ben gelukkiger dan ooit tevoren.
Lessen
Ik kijk natuurlijk niet terug op die periode als een fun fact maar wel als een enorm leerrijke en vruchtbare periode. Dankzij die depressie heb ik de waarden en normen in mijn leven leren kennen, ik heb mijn vrienden leren kennen en ik heb mezelf leren kennen. Ik ben dezelfde persoon maar met een volledige andere visie. Ik kan nu de signalen lezen als ik op het punt sta op me te laten gaan en weet perfect wat ik moet doen om dit tegen te houden. Ik ben er van overtuigd dat ik nooit meer in zo een periode terecht zal komen, omdat ik mezelf dat nooit toe zou laten. Ik wil nu alleen nog maar de goede dingen uit het leven halen. Ik ben zo ongelofelijk gelukkig en dat wil ik zo houden want dat is een fantastisch gevoel.
Ik heb zin om de wereld te ontdekken, veel en hard te werken, veel ervaringen op te doen en veel creatief bezig te zijn. Ik voel me zo sterk dat ik de wereld zou aankunnen. Wie had dat ooit gedacht.
Van Gils en gasten
Een tweetal weken geleden kreeg ik telefoon van de ongelofelijk sympathieke redactrice Linde van Van Gils en Gasten met de vraag of ik wou komen vertellen over mijn depressie. Ik twijfelde. Was ik wel klaar om heel mijn verhaal uit de doeken te doen? Wou ik dat wel doen? Zou ik andere mensen kwetsen? Want dat is het laatste wat ik wil. En vooral ‘Hoe gaat de buitenwereld reageren?’
Dat laatste speelde een grote rol. Het taboe rond depressies is er nog steeds en is heel duidelijk aanwezig en ik was erg bang voor veel negativiteit.
Ik sprak met wat vrienden en familie en nam uiteindelijk dan toch de beslissing om ervoor te gaan. Ik heb twee weken amper geslapen van de stress, maar toen de dag aangebroken was, en ik op de VRT toekwam werd ik meteen gerustgesteld. Heel de crew van de show zijn fantastische mensen. Dat verdient een pluim!
Een paar stukjes van het gesprek kan je hier en hier bekijken.
Reacties
Toen de show afgelopen was, was ik eigenlijk vooral heel opgelucht. Heel leek alsof er een enorme grote blok beton van mijn schouders afviel. Toen ik naar huis reed was ik nog niet klaar om mijn gsm te nemen en de reacties te lezen.
Toen ik thuis aankwam, ging ik eerst even langs mijn mama die me, zoals altijd, een hart onder riem stak en was ik klaar om mijn gsm erbij te pakken.
De reacties waren overdonderend.
En dit is maar een kleine selectie uit de honderden berichten die ik kreeg.
Er waren zo ongelofelijk veel mensen die zich in mijn verhaal konden vinden, die er kracht uithaalden en die zo blij waren dat er eindelijk iemand mee naar buiten kwam. De hashtags #maakdepressiebespreekbaar, #maakpsychologenbetaalbaar en #doorbreekhettaboe kwamen dan ook enorm veel aan bod.
Toekomst
Ik kijk enorm uit naar de toekomst. Ben klaar om er weer tegenaan te gaan. Veel mediajobs, het uitbreiden van mijn netwerk en veel werken met dieren staan op de agenda. Maar ook het bijstaan van mensen die in dezelfde situatie zitten waar ik inzat, want daar is duidelijk veel vraag naar. Ook zou ik graag een boek uitbrengen over mijn donkere periode. Die ligt eigenlijk al grotendeels klaar. Nu nog wat geïnteresseerden vinden die me willen helpen om mijn droom te verwezenlijken. Laat de toekomst dus maar komen.
Ik wil vooral iedereen bedanken die me geholpen heeft met de persoon te worden die ik nu ben. Al zijn het mensen die er al heel mijn leven zijn, mensen die er enkele maanden of jaren zijn, maar ook de mensen die per ongeluk één keer mijn pad kruisten en die toch een verschil gemaakt hebben.
Waar je ook bent, hoe je je ook voelt en wie je ook bent, vergeet niet: alles komt altijd goed. En wees lief voor je medemens. Sommigen hebben het harder nodig dan je je kan inbeelden. Spread the love.
Want Adventures are forever!