Zoals je kon lezen in mijn laatste blog was ik dus net bevallen van een prachtige dochter. Op het eerste zicht zag ze er helemaal oké uit. Haar Apgar-score was 9/10, na 5 minuutjes haalde ze al 10/10. Een voorbeeldleerlinge dus!
Daar lag ik dan. Net mama geworden. Moeder, moetie, ma, mommy.. Noem het wat je wil, ik vond het instant fantastisch.
Vrijwel meteen werden Gunther, ik en Aren alleen gelaten, met gedempte lichten voor ‘The Golden Hour’, het uur vlak na de geboorte. Een uur waar we konden knuffelen, ons klein wonder bewonderen en even bekomen van wat er net allemaal gebeurd was. Veel details weet ik er niet meer van, alleen dat ik enorm genoot van dat moment.
Na een uurtje werd Gunther als ‘knuffelpapa’ gepromoveerd. Met zijn blote bast moest hij op een stoel gaan zitten en mocht hij huid-op-huid knuffelen met onze kersverse dochter terwijl ik werd gewassen (en dat was nodig, want Aren had ondertussen heel mijn buik volgekakt). Niet veel later werd Aren gewogen (en liet Gunther haar in die actie bijna vallen met een gillende Nasrien als gevolg) en werd er vastgesteld dat ze een flinke brok van 3 kg 595 was met een mooie lengte van 51,5 cm. En ja, dat was net uit mijn ladybits geduwd.
Na het wegen nam Gunther haar op (en liet haar weer bijna vallen) en legde haar bij mij voor de eerste aanhap aan de borst.
Vanaf het begin had ik mezelf voorgenomen om borstvoeding te proberen maar me er ook niet slecht over te voelen mocht het niet lukken. Zowel mijn mama als zus hadden allebei de borst niet kunnen geven, dus ik had me er al bij neergelegd dat het bij mij misschien ook niet zou lukken. Ze werd met haar mondje tegen mijn tepel gelegd en hoppa, de aanhap was een feit. We waren vertrokken! (Little did I know dat dat helemaal niet het geval was, maar daar later meer over). Hoe overweldigend het allemaal ook was, ik genoot van elk moment.
Rond 1u45 werden we met ons kersverse gezinnetje naar een kamer gebracht. Aren werd in een klein bedje gelegd tussen ons, de verpleegster wenste ons een goede nacht en trok de deur achter zich toe.
Ik weet nog goed dat ik Gunther aankeek en zei: ja en wat nu?
Echt geen idee wat we moesten doen op dat moment. Aren sliep, maar moesten we haar niet in de gaten houden of zo? Wanneer moest ze weer eten? Wanneer wist ik wat ze wanneer nodig had?
De eerste nacht ging dan ook als volgt: ik sliep een half uurtje wanneer Gunther zich over ons kersvers kindje ontfermde en dan wisselden we de rollen. Feit is: we haalden de ochtend en we leefden allemaal nog. Fioe!
De dag erna was er eentje van veel eerste keren: de eerste keer haar pamper verversen, haar eerste badje, haar eerste dutje, haar eerste kledijswitch, haar eerste filmpje, haar eerste FaceTime. Enfin, you get the picture. De geboortekaartjes werden besteld en ik leefde op die befaamde roze wolk. Mijn lijf deed pijn en er leek een vrachtwagen over mij gereden te zijn, maar voor de rest was alles helemaal oké.
Nacht twee was in aantocht, dus we installeerden ons, legden Aren in haar bedje en probeerden de slaap te vatten. Dat was buiten die kleine Aren gerekend want ze had duidelijk honger. Een hele nacht (lees: 6u aan een stuk) wisselde ik haar van de ene borst naar de andere. Ze bleef zuigen, mijn tepels leken op preparé en van tepel was er eigenlijk niet zoveel sprake meer, het was één wonde. ‘Bel de verpleegster dan toch’, hoor ik je nu zeggen. Ja, dat had ik kunnen doen, en had ik eigenlijk ook moeten doen, maar mijn karakter stak daar een stokje voor: ‘ik kan dat allemaal wel alleen’.
De ochtend erna zag Gunther mij helemaal uitgeput in bed liggen, nog steeds in dezelfde houding als toen hij ging slapen, met Aren aan de borst. Hij besloot om wél de verpleegster te bellen en zij stelde voor om Aren in de eerste plaats al borstmelk bij te geven met een lepeltje die we snel even handmatig zouden kolven en om dat de kolfmachine erbij te halen zodat ik toch even op adem kon komen en dat papa een flesje kon geven. Zo gezegd, zo gedaan. De kolfmachine werd erbij gehaald, een hele constructie werd in de kamer gerold en er bekroop me meteen een gevoel van argwaan. De kolven werden aangesloten en ja hoor, ik voelde me vrijwel meteen een melkkoe. Alleen het geluid al deed me denken aan de uiers van koeien die werden leeggezogen in boerderijen. Maar goed, alles voor de baby.
Mijn melkproductie bleek goed op gang te zijn, want er werd meermaals gestoeft dat ik melk voor heel de gang had. Zelfs als verpleegsters van shift wisselden kwamen ze met mijn dossier in de hand binnen met de woorden: ‘Aah, dat is de vrouw met melk voor heel de gang.’
Enfin, Aren kreeg dus haar eerste flesje en wat bleek? Dat kind had reuzehonger! De kans dat ze die eerste 36u dus geen druppel melk had binnengekregen was reëel. Voorlopig werd het dus kolven en dan zouden we het verder wel bekijken als we thuis waren.
Die avond zette Aren (die toen al een veelvraat bleek te zijn) haar keel open voor haar volgende fles. Ik zette de zuignappen op mijn borsten die, telkens als er aan gezogen werd, fungeerden als echte marteltuigen. Maar alles voor de baby dus. 30 minuten lang trotseerde ik de pijn en in die 30 minuten stopte Aren niet met huilen. You can imagine: there was some pressure going on. Eindelijk had ik de zuurverdiende melk in handen, ik deed het in een flesje, draaide de speen erop en gaf het aan Gunther. Op het moment dat Gunther het flesje in Aren haar mond wou steken, viel de speen eraf en bleven we achter met een schreeuwende baby, lekkend van de melk en een leeg flesje. Na 2 dagen zonder slaap waren Gunther zijn eerste woorden: ‘Wat doe jij nu?’ (Waar hij zich overigens 100 000 x voor verontschuldigde achteraf) en ik barstte in tranen uit. Mijn kind had honger en nu was er niks meer over. Dat alles omdat ik niet in staat was om een speen goed op een flesje te draaien. Goed bezig moeder, goed bezig.
Na een half uur tranen met tuiten te huilen, al kolvend voor toch nog een beetje melk, en Gunther die herhaaldelijk aanspoorde om de verpleegster te bellen en ik die wederom koppig volhield dat ik het wel zou oplossen, gebeurde er een klein mirakel.
Terwijl ik me verzette in mijn ziekenhuisbed, ging ik met mijn ietwat grotere bips dan nu op het belletje zitten en werd er dus wél een verpleegster gebeld. De lieve vrouw stelde me meteen gerust, maakte een flesje poedermelk klaar dat Aren helemaal leegtutterde, en iedereen was weer gelukkig.
Het was goed, daar zo met ons gezinnetje. Door de pandemie mocht er geen bezoek naar het ziekenhuis komen. Eigenlijk was ik daar ook wel een beetje blij om want ik vond het prima om daar half naakt in een ziekenhuisbed te liggen en even alles op me af te laten komen, zonder dat iemand me zei hoe het allemaal moest en me uit mijn weinige slaap hield.
Toch voelden we een verlangen om onze nieuwe aanwinst te tonen aan onze ouders. Als echte criminelen smokkelde Gunther mij in een rolstoel en Aren in 1000 dekens gewikkeld op mijn schoot toch uit het ziekenhuis om op de parking af te spreken met mijn ouders, zijn ouders en Arens peter. Haar eerste moment met hen pakken ze ons toch niet meer af.
Na 3 nachten mochten we naar huis. Of toch naar het huis van mijn ouders aangezien we nog aan het verbouwen waren in ons huis. Eigenlijk zou ik die periode voor geen geld van de wereld hebben veranderd. Mama hielp waar ik hulp vroeg, maar heeft zich nooit opgedrongen. En het was ook wel fijn dat onze hondjes even extra aandacht kregen van mama en papa terwijl wij op ons gemak konden uitzoeken hoe het allemaal moest, zo ouders zijn.
We waren goed begonnen en het voelde allemaal zo goed. Die roze wolk was voor ons een realiteit en dat is het tot op de dag van vandaag nog steeds.
Ohja, voor wie zich afvraagt: hoe is het dan afgelopen met de borstvoeding? Wel, de dag na thuiskomst kwam onze vroedvrouw Eva op bezoek. Zij raadde ons een tepelhoedje aan en Aren dronk meteen als een bezetene. Tot ze 3 maanden oud was heeft ze zo de borst gekregen. In september gingen we op vakantie naar Ibiza (er komt sowieso nog een blog over reizen met je baby) en probeerde ik het tepelhoedje een paar keer achterwege te laten. Met succes want sindsdien eet Aren gewoon aan mijn tepel van de borst.